Kenmerken van 's Gravenmoerse kant

De 's Gravenmoerse kant is een Torchon kant die zich kenmerkt door de schuine netslag. Hierdoor ontstaan vertikale lijnen in plaats van horizontale lijnen zoals in de gewone netslag. De gebruikte motieven zijn geometrisch met vierkante en rechthoekige vormen die vaak omgeven zijn door een dikke draad. De 's Gravenmoerse kant wordt meestal geklost met Egyptische katoen.
Een rapport bestaat vaak uit twee gespiegelde motieven. De motieven worden in linnenslag of schuine netslag geklost. De gebruikte motieven vinden hun oorsprong in de leefomgeving van de kantwerksters. Als voorbeeld:

* molenwiekje in een familie van molenaars
* boot in een familie van schippers
* boom in een familie van fruittelers

De kanten hebben meestal een rechte buitenrand. Langs de buitenrand wordt een perkinneke geklost ook wel in combinatie met een dubbele rij kleine blokjes met een contourdraad daar omheen.
De grond van de kant bestaat uit gesloten speldslagen of wel honingraatslag.



menu

De schuine netslag.

Waarbij in plaats van horizontale, verticale lijnen ontstaan.

De Boom.

Veel gebruikt patroon door kantwerksters uit een familie van fruittelersom.

Het Molenwiekje.

Dit patroon gebruikten kantwerksters uit een familie van molenaars.

Het bootje.

Veel gebruikt patroon door kantwerksters uit een schippers familie.

De knipschaar.

Als een motief in schuine netslag in tweeën wordt gedeeld door een rij gesloten speldslagen met een dikke draad erboven en eronder, dan noemt men dat de knipschaar. Een strook kant werd op "de knipschaar" doormidden geknipt.

Het perkinneke.

Het perkinneke of laddertje is een open randje langs de zelfkant of langs de buitenrand.